Het Kelderluik-arrest
Het kelderluik-arrest is een iconische uitspraak van de Hoge Raad uit 1968 die de regels voor aansprakelijkheid bij gebrekkige gebouwen vastlegt, met directe relevantie voor Amsterdammers. Een passant struikelde in de hoofdstad door een open kelderluik en hield er zwaar letsel aan over. De Hoge Raad hield de eigenaar verantwoordelijk via risicoaansprakelijkheid, zonder bewijs van schuld. Dit vormt de hoeksteen voor letselclaims in Amsterdam bij struikelen en vallen, cruciaal voor slachtoffers die hun schade willen verhalen op eigenaren of de Gemeente Amsterdam.
Wat is het Kelderluik-arrest?
Het kelderluik-arrest, formeel de Hoge Raad-uitspraak van 5 november 1968 (NJ 1969/10), betreft een ongeval in hartje Amsterdam. Een 14-jarige jongen tuimelde door een open kelderluik van een winkelier die het voor leveringen had geopend, zonder afzetting of waarschuwing. Met een gebroken been eiste hij vergoeding. De Hoge Raad oordeelde dat de eigenaar aansprakelijk was wegens een gebrek in de gebouwopzet, dat abnormaal gevaar opleverde voor voetgangers in de bruisende stad.
Dit arrest vestigde risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige bouwconstructies. In plaats van schuldonderzoek (zoals bij onrechtmatige daad), focust het op het objectieve gevaar van het gebrek. Dit vereenvoudigt claims voor Amsterdammers bij ongevallen door uitglijden en vallen, vaak gelinkt aan drukke stoepen of trappen. Het sluit aan bij lokale thema's zoals uitglijden en vallen in de grachtenstad, waar slecht onderhoud voetgangers treft.
Essentie: een gebouw of onderdeel is gebrekkig als het ontbreekt aan verwachte eigenschappen, met schade als gevolg. Dit omvat niet alleen luiken, maar ook Amsterdams trappen, hekjes en trottoirs.
Wettelijke basis
Het kelderluik-arrest is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW), Boek 6, Titel 3, Afdeling 5, met name artikel 6:174 BW: "De bezitter van een gebouw of ander werk is aansprakelijk voor schade aan derden door een gebrek daarin." Dit volgt het arrest en geldt als risicoaansprakelijkheid: geen nalatigheid vereist, het gebrek volstaat.
Artikel 6:175 BW omschrijft een gebrek als afwijking van redelijke verwachtingen, passend bij de bestemming. Denk aan open luiken zonder borden, gladde vloeren of wankele hekken in Amsterdamse panden. De bezitter (eigenaar of huurder) draagt verantwoordelijkheid, behalve bij overmacht of eigen schuld van het slachtoffer (art. 6:101 BW).
In de praktijk koppelt men dit aan artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) bij nalatigheid, maar het arrest biedt een strakkere norm. Arresten als het Schilderarrest (HR 1994) breidden het uit, doch voor Amsterdamse onroerende zaken blijft het leidend.
Praktische voorbeelden in Amsterdam
Het kelderluik-arrest speelt dagelijks in Amsterdamse letselschadezaken. Stel: u struikelt op een stoep in de Jordaan over een kapot putdeksel. De Gemeente Amsterdam, als bezitter, is aansprakelijk onder art. 6:174 BW door het gebrek. Claim medische kosten, loonverlies en smartengeld, zonder nalatigheidsbewijs.
Of: in een Amsterdamse flat glijdt een bewoner uit op een natte trap zonder antislip. Bij nalaten door de VvE geldt het arrest. Rechters toetsen aan NEN-normen (o.a. NEN 3215). In een zaak bij de Rechtbank Amsterdam (2022) kreeg een slachtoffer €25.000 na een val door een gebrekkig balkonhek.
Voor ondernemers: bij openen van een kelderluik in uw Amsterdamse winkel, zet het af met hekken en borden. Anders dreigt aansprakelijkheid, zoals in het arrest.
Rechten en plichten in Amsterdam
Als slachtoffer van een val door een gebrek claimt u volledige schadevergoeding, zoals:
- Medische kosten: ziekenhuis en therapie.
- Inkomensverlies: uitvalloon.
- Smartengeld: €1.000-€50.000 voor leed.
- Overige: hulp of reisjes.
De bezitter moet onderhouden en herstellen (art. 6:174 lid 2 BW). Bewijs van geen-lien ligt bij hem. Verjaring: 5 jaar (art. 3:310 BW) vanaf kennis van gebrek en schade. Meld bij politie, fotografeer en raadpleeg het Juridisch Loket Amsterdam voor gratis advies.
Vergelijking met andere aansprakelijkheidsgronden
| Aansprakelijkheidstype | Basis | Bewijsvereiste | Voorbeeld Amsterdam |
|---|---|---|---|
| Risicoaansprakelijkheid (Kelderluik) | Art. 6:174 BW | Gebrek in opzet | Val door open luik in Jordaan |
| Onrechtmatige daad | Art. 6:162 BW | Schuld/nalatigheid | Gladde vloer door niet-dweilen |
| Gemeenteaansprakelijkheid | Art. 6:174 BW | Gebrek stoep/weg | Kapot putdeksel op Dam |
What rights do tenants have?
Tenants have rights to habitable housing, protection against unfair eviction, and access to dispute resolution.
Can a landlord raise the rent?
Yes, but only within legal limits and with proper notice, usually once per year.
When can a landlord evict a tenant?
Only for specific legal reasons such as non-payment of rent or violation of lease terms, with proper notice.
What is the security deposit for?
The security deposit covers damages beyond normal wear and tear. It must be returned after the lease ends.
Who pays for repairs in a rental?
Landlords are responsible for structural repairs; tenants are responsible for maintaining cleanliness.