Terug naar Encyclopedie

Maximaal huurverhoging regels na liberalisatie in Amsterdam

Amsterdam vrije sector: vrije verhoging tot 8-12%, sociaal: max. inflatie +5%. Overgangsregels zittenden, klacht Huurcommissie. Lokale schaarste drijft prijzen op. (22 woorden)

1 min leestijd
In Amsterdam's vrije sector na liberalisatie gelden geen wettelijke maxima voor huurverhoging; partijen onderhandelen vrij, vaak jaarlijks met CPI +2-3%, maar door extreme woningnood in de stad lopen stijgingen op tot 8-12% in wijken als De Pijp en Oud-Zuid. Sociale huur blijft beperkt tot inflatie (3,3% in 2024) plus verbeteringen door corporaties als Ymere of De Key. Overgangsregels: eerste liberalisatiejaar max. 5% voor zittende huurders, met staffel 1e jaar 4%, 2e 5%, daarna vrij. Wet goed verhuurderschap (2019) verbiedt onredelijke verhogingen; Huurcommissie toetst op redelijkheid bij klacht, vooral relevant bij Amsterdamse investeerders. Indexatie volgt CBS-inflatie. Huurders tekenen huurverhogingsvoorstel of akkoord stilzwijgend na 2 maanden. Geschillen via Amsterdamse kantonrechter. Lokale praktijk: Randstad-schaarste drijft Amsterdamse vrije sector naar 7-12% verhogingen, met protesten bij Woonprotest. Gemeente Amsterdam promoot vaste huurperiodes in contracten via modelbrieven. Fiscale impact: hogere huur drukt hypotheekrenteaftrek. Tijdens corona golden tijdelijke plafonds; nu pleit de stad voor strengere regels tegen speculatie. Toekomst: EU-richtlijn betaalbare huur en Amsterdams Woningbouwakkoord kunnen nieuwe grenzen stellen. Dit scheidt Amsterdamse sectoren scherp.