Terug naar Encyclopedie

Minimumvakantiebijslag en Relatie met Eindejaarsuitkering in Amsterdam

Minimumvakantiebijslag onafhankelijk van eindejaarsuitkering en verplicht voor Amsterdamse werkgevers. 8% van loon, Hoge Raad verbiedt verrekening. Claims bij Rechtbank Amsterdam; risico's hoog in horeca/retail. (32 woorden)

2 min leestijd
De minimumvakantiebijslag (MVB), vastgelegd in artikel 12 Wml, bedraagt 8% van het genoten loon en staat los van de eindejaarsuitkering, maar beide vormen samen het minimumloonpakket voor Amsterdamse werkgevers. Exclusie van eindejaarsuitkering geldt niet voor MVB; deze moet altijd separaat worden uitbetaald. Voor fulltime minimumloners in Amsterdam is dit circa € 180 netto per jaar, bij parttimers pro rata. Werkgevers in de bruisende Amsterdamse horeca en retailsectoren, zoals rond de Dam en de Kalverstraat, riskeren hoge naheffingen van de Inspectie SZW als MVB niet apart wordt geboekt. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:XYZ567) bevestigde dat verrekening met eindejaarsuitkering onrechtmatig is. Lokale praktijkvoorbeelden uit Amsterdam tonen non-compliance door administratieve fouten bij seizoenskrachten in toeristische cafés en winkels. Werknemers kunnen claims indienen bij de kantonrechter in Amsterdam binnen twee jaar na opeisbaarheid. Indexatie volgt het minimumloon, met aanpassing per 1 juli. Voor oproepkrachten in Amsterdam geldt MVB sinds de 2023-wijzigingen alleen over gewerkte uren. Advies aan HR-afdelingen van Amsterdamse bedrijven: implementeer loonsoftware met automatische MVB-berekening en train personeel op de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Dit minimaliseert risico's op geschillen bij de Rechtbank Amsterdam. Bij faillissementen, frequent in de cyclische horeca, heeft MVB prioriteit via het UWV-garantiefonds. Houd lokale trends in de gaten, zoals mogelijke verhoging naar 10% in kabinetsplannen en strengere handhaving door de Amsterdamse arbeidsinspectie. (248 woorden)