Ouderschapsplan hoofdverblijf
Het hoofdverblijf in het ouderschapsplan bepaalt waar uw kind na een scheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap hoofdzakelijk verblijft. Dit is essentieel voor de dagelijkse zorg, schoolkeuze, toeslagen en de verdeling van kosten. In dit artikel leest u alles over de rol van het hoofdverblijf binnen het ouderschapsplan.
Wat is een ouderschapsplan?
Een ouderschapsplan is een schriftelijke overeenkomst tussen ouders over de opvoeding en verzorging van hun minderjarige kinderen (tot 18 jaar) bij scheiding of ontbinding van het partnerschap. Het is verplicht volgens de wet en moet worden ingediend bij de rechtbank als onderdeel van de echtscheidingsprocedure. Het plan bevat afspraken over het hoofdverblijf, de verdeling van zorgtaken, kostenverdeling, informatie-uitwisseling en beslissingen over belangrijke onderwerpen zoals school en medische zorg.
Het ouderschapsplan zorgt voor duidelijkheid en stabiliteit voor het kind. Ouders met gezamenlijk ouderlijk gezag moeten het plan samen opstellen. Lukt dat niet, dan kan de rechter een plan opleggen.
Wat betekent hoofdverblijf?
Het hoofdverblijf is de primaire woonplaats van het kind. Hier verblijft het kind de meeste nachten per jaar (meestal meer dan 50%, oftewel meer dan 182 dagen). Dit bepaalt:
- Wie het kind aangeeft bij de gemeente (hoofdverblijfouder).
- De kindertoeslag en kinderbijslag (naar de hoofdverblijfouder).
- Schoolinschrijving en praktische zaken zoals huisarts en sportclub.
- De woonplaats voor juridische post en procedures.
Het hoofdverblijf verschilt van een co-ouderschapsregeling waarbij het kind evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt.
Wettelijke basis van het ouderschapsplan en hoofdverblijf
De wettelijke grondslag vindt u in Burgerlijk Wetboek Boek 1:
- Artikel 1:251 lid 2 BW: Ouders met gezamenlijk gezag stellen een ouderschapsplan op en dienen dit in bij de rechtbank.
- Artikel 1:253 BW: Regelt de hoofdverblijfplaats en de wijze waarop het kind verblijf houdt bij ouders.
- Artikel 1:247 BW: Ouderlijk gezag en de belangen van het kind staan centraal.
De rechter toetst het plan aan het belang van het kind (art. 1:247 BW). Bij geschil kan de rechter het hoofdverblijf wijzen (art. 1:253a BW voor wijziging).
Het hoofdverblijf in het ouderschapsplan
In het ouderschapsplan beschrijft u concreet:
- De verblijfplaats (bij welke ouder het hoofdverblijf is).
- De omgangsregeling (dagen en vakanties).
- Overbrengingsafspraken (wie haalt op/brengt).
- Flexibiliteit voor wijzigingen.
Het plan moet realistisch zijn en rekening houden met werk, school en de leeftijd van het kind. Voor jonge kinderen (<4 jaar) wijst de rechter vaak één hoofdverblijf aan bij de primaire verzorger.
Praktische voorbeelden
Voorbeeld 1: Moeder heeft het hoofdverblijf; kind verblijft doordeweeks bij moeder en weekenden bij vader. Moeder ontvangt kinderbijslag en alimentatie.
Voorbeeld 2: 50/50-regeling zonder duidelijk hoofdverblijf. Voor toeslagen kiest de Belastingdienst de ouder met het laagste inkomen als fictief hoofdverblijf, maar dit kan leiden tot discussies.
Voorbeeld 3: Vader verhuist naar een andere stad. Ouders passen het plan aan via een wijzigingsconvenant, met hoofdverblijf bij moeder.
Rechten en plichten rondom hoofdverblijf
Rechten hoofdverblijfouder:
- Kind aangeven bij gemeente en school inschrijven.
- Toeslagen ontvangen (kinderbijslag, kindgebonden budget).
- Belissingen nemen over dagelijkse zaken.
Plichten:
- De andere ouder informeren over belangrijke zaken (ziekte, school).
- Ongangs toestaan en faciliteren.
- Kosten delen conform het plan.
Beide ouders hebben medezeggenschap over grote beslissingen (art. 1:251 lid 2 BW).
Vergelijking verblijfregelingen
| Regeling | Hoofdverblijf | Toeslagen | Voordelen | Nadelen |
|---|---|---|---|---|
| Hoofdverblijf bij één ouder (70/30) | Ja, duidelijk | Naar hoofdverblijfouder | Stabiliteit voor kind | Minder gelijk verdeeld |
| Co-ouderschap (50/50) | Niet altijd | Gedeeld of fictief | Gelijke betrokkenheid | Logistiek complex |
| Wisselend zonder hoofdverblijf | Nee | Problematisch | Flexibel | Administratieve rompslomp |
Dit artikel is een verdieping van Hoofdverblijf van het kind. Gerelateerde onderwerpen: Ouderlijk gezag en Kinderalimentatie.
Veelgestelde vragen
Kan het hoofdverblijf later gewijzigd worden?
Ja, via een gezamenlijk verzoek aan de rechter (art. 1:253a BW) of notariële akte. Belang van het kind prevaleert; wijziging bij verhuizing of conflict.
Wat als ouders geen akkoord bereiken over hoofdverblijf?
De rechter beslist in het belang van het kind, vaak gebaseerd op de huidige situatie en rapportages van Veilig Thuis of een gezinsrechtelijke mediator.
Invloed op alimentatie?
Ja, hoofdverblijf beïnvloedt de alimentatieberekening (Tremanormen). Hoofdverblijfouder draagt meer zorgkosten, andere betaalt partneralimentatie.
Wat bij internationaal hoofdverblijf?
Gecompliceerd door Brussel II-bis verordening. Overleg met een familierechtadvocaat.
Tips en aanbevelingen
- Stel het ouderschapsplan op met een mediator voor neutraliteit.
- Maak een kalender met verblijven voor duidelijkheid.
- Test de regeling 3 maanden om te zien of het werkt.
- Documenteer alles bij conflicten (e-mails, appjes).
- Raadpleeg de Rekenhulp Alimentatie van de Rijksoverheid.
- Bij problemen: schakel Arslan Advocaten in voor maatwerkadvies.
Een goed ouderschapsplan met duidelijk hoofdverblijf voorkomt toekomstige geschillen. Neem contact op met een expert als u hulp nodig heeft.
--- ## Veelgestelde vragenWat is het verschil tussen hoofdverblijf en co-ouderschap in Amsterdam?
Bij hoofdverblijf verblijft het kind meer dan 182 dagen per jaar bij één ouder (meestal de hoofdverblijfouder). Deze ouder ontvangt kinderbijslag en is verantwoordelijk voor schoolinschrijving. Bij co-ouderschap (50/50) wisselt het kind gelijkmatig tussen beide ouders, maar dan kiest de Belastingdienst vaak één ouder als fictief hoofdverblijf voor toeslagen. In Amsterdam kan dit leiden tot discussies over wie de kinderbijslag ontvangt.
Wie bepaalt het hoofdverblijf als ouders het niet eens zijn?
Als ouders het niet eens zijn, beslist de rechtbank op basis van het belang van het kind (art. 1:247 BW). In Amsterdam kan u hiervoor een ouderschapsplan indienen bij de rechtbank of een scheidingsconvenant opstellen. De rechter kijkt naar factoren zoals de leeftijd van het kind, de woonplaats en de zorgcapaciteit van beide ouders.
Welke toeslagen en verplichtingen zijn er bij hoofdverblijf in Amsterdam?
De hoofdverblijfouder ontvangt de kinderbijslag en kindgebonden budget (via de Belastingdienst). Ook is deze ouder verantwoordelijk voor schoolinschrijving (bijvoorbeeld bij een Amsterdamse basisschool) en aanmelding bij de huisarts (via de GGD Amsterdam). De andere ouder heeft omgangsrechten, maar draagt vaak alimentatie bij.
Hoe kan ik het ouderschapsplan aanpassen als een ouder verhuist binnen Amsterdam?
Als een ouder binnen Amsterdam verhuist (bijv. van Zuid naar Noord), kunt u het ouderschapsplan aanpassen via een wijzigingsconvenant. Dit moet worden goedgekeurd door de rechtbank of in onderling overleg. Bij grote veranderingen (bijv. verhuizen naar een andere gemeente) kan de rechter het hoofdverblijf herzien op basis van het kinderbelang.
Wat moet ik doen als de andere ouder de omgangsregeling niet nakomt?
In Amsterdam kunt u eerst proberen het probleem op te lossen via mediation (bijv. bij het Mediation Centrum Amsterdam). Als dat niet lukt, kunt u de rechter inschakelen via een verzoek tot handhaving van het ouderschapsplan (art. 1:253a BW). De rechter kan dan een dwangbevel uitvaardigen of de omgangsregeling aanpassen.
Waar kan ik in Amsterdam hulp krijgen bij het opstellen van een ouderschapsplan?
In Amsterdam kunt u terecht bij: - Jeugdbureau Amsterdam (voor advies over kinderbelang en praktische zaken) - Rechtbijstand Amsterdam (voor juridische hulp bij scheiding) - Mediation Centrum Amsterdam (voor onderhandelingen tussen ouders) Ook kunt u een familierechtadvocaat inschakelen, die gespecialiseerd is in ouderschapsplannen.
Wat gebeurt er als er geen ouderschapsplan is bij scheiding in Amsterdam?
Als er geen ouderschapsplan is, bepaalt de rechter het hoofdverblijf en de omgangsregeling op basis van het belang van het kind (art. 1:253 BW). Dit kan leiden tot een standaardregeling (bijv. hoofdverblijf bij de primaire verzorger voor jonge kinderen). Het is echter verstandig om zelf een plan op te stellen om conflicten te voorkomen.