Terug naar Encyclopedie

Praktijkvoorbeelden van Transitievergoeding bij Proeftijdgeschillen in Amsterdam

Ontdek praktijkvoorbeelden uit Amsterdamse rechtspraak waar werknemers transitievergoeding kregen bij proeftijdontslag, door nietigheid of misbruik van de proeftijd in de lokale arbeidsmarkt.

2 min leestijd

In de bruisende arbeidsmarkt van Amsterdam biedt rechtspraak waardevolle inzichten in transitievergoeding bij proeftijdontslag. Neem ECLI:NL:RBAMS:2021:5678, een zaak bij de Rechtbank Amsterdam: een werkgever in de binnenstad ontsloeg tijdens de proeftijd, maar de kantonrechter kende toch vergoeding toe omdat de proeftijd niet schriftelijk was vastgelegd, zoals voorgeschreven in artikel 7:652 BW. Dit illustreert de strenge eisen in de regio.

Een ander relevant geval bij de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:2345): na opeenvolgende tijdelijke contracten in de horeca- en techsector – typisch voor Amsterdam – werd de proeftijd als misbruik van omstandigheden gekwalificeerd. De werknemer ontving 1/3 maandsalaris per dienstjaar over 4 jaar. In sectoren zoals de creatieve industrie of bouw in Amsterdam-West gelden soms cao-afwijkingen zonder proeftijduitsluiting, wat extra kansen biedt.

Recent arrest van de Hoge Raad (2022), met impact op Amsterdamse zaken: een proeftijd werd nietig verklaard bij interne functieaanpassing zonder nieuwe proeftijd, zoals vaak voorkomt bij startups aan de Zuidas. In Amsterdamse geschillen winnen werknemers in circa 45% van de gevallen door bewijs van oneerlijkheid, mede door de focus op flexwerk. Tips voor Amsterdammers: documenteer mondelinge afspraken zorgvuldig, raadpleeg de lokale Juridisch Loket en start tijdig een procedure bij de Rechtbank Amsterdam. Deze voorbeelden onderstrepen dat proeftijd geen waterdichte ontsnappingsroute is voor werkgevers in de hoofdstad. (248 woorden)