Proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten in Amsterdam

In Amsterdam, dé stad van flexibele arbeid met talloze uitzendbureaus rond de Zuidas en in de havengebieden, gelden strikte regels voor proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Voor contracten korter dan zes maanden maximaal één maand, en voor langere maximaal twee maanden, zoals vastgelegd in artikel 7:667a BW. Een overschrijding maakt de proeftijd nietig met terugwerkende kracht. Dit speelt vaak bij uitzendkrachten in Amsterdams horeca, toerisme of logistiek, zoals seizoenswerk tijdens festivals aan de Amstel. CAO's, zoals de populaire Uitzend-CAO in de regio Noord-Holland, kunnen afwijkende regels hebben, maar nooit langer dan de wet voorschrijft. Een nietige proeftijd verhindert eenzijdig ontslag door werkgevers en triggert de ketenregeling: maximaal drie opeenvolgende contracten binnen twee jaar. Lokale uitzendbureaus in Amsterdam maken hier regelmatig fouten, bijvoorbeeld bij kortdurende opdrachten in de binnenstad, wat leidt tot claims bij de kantonrechter in het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht. Werknemers behouden zo ontslagbescherming en senioriteitsopbouw. Advies voor Amsterdamse werkgevers: integreer proeftijd correct in de Uitzend-CAO en vermeld het expliciet in contracten. Werknemers in de stad: check bij indiensttreding je overeenkomst. Bij geschillen stap je naar de kantonrechter Amsterdam voor nietigverklaring – een snelle procedure in deze bruisende arbeidsmarkt. De Wet Werk en Zekerheid heeft deze bescherming voor flexkrachten in Amsterdam verder versterkt, vooral relevant voor de groeiende gig-economie. (248 woorden)