Strafrechtelijke Vervolging bij Bijstandsfraude in Amsterdam
In Amsterdam kan bijstandsfraude niet alleen leiden tot bestuurrechtelijke sancties door de gemeente, maar ook tot strafrechtelijke vervolging onder het Wetboek van Strafrecht. Dit valt typisch onder artikel 348 (oplichting) of artikel 225 (valsheid in geschrifte). De sociale recherche van de Gemeente Amsterdam, in samenwerking met de FIOD, onderzoekt zaken, waarna het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam beslist over vervolging.
Het Strafproces in Amsterdam
Het proces start vaak met een sepotbeslissing of een dagvaarding bij de Rechtbank Amsterdam. Bij vervolging vindt de zitting plaats bij de politierechter of de meervoudige kamer in het justitieel complex aan de Parnassusweg. Strafen variëren van boetes tot maximaal 2 jaar gevangenisstraf, afhankelijk van de fraude-omvang en of het gaat om uitkeringen via het Amsterdamse Participatiebedrijf.
Mogelijke Verdediging
Effectieve verdedigingsstrategieën omvatten het aantonen van gebrek aan opzet, onvoldoende bewijslast of overschrijding van de redelijke termijn. Een gespecialiseerde strafrechtadvocaat in Amsterdam, vaak via de Raad voor Rechtsbijstand, is cruciaal. Een transactie (schikking) met het OM is frequent een optie om celstraf te vermijden, vooral bij kleinere bedragen.
Gevolgen na Veroordeling in Amsterdam
- Terugbetaalverbod door de Dienst Werk en Inkomen (DWI)
- Bestuurlijke boete van de gemeente
- Schadevergoeding aan de Gemeente Amsterdam
- Mogelijk intrekking van toeslagen of andere lokale uitkeringen
Fraude met bedragen boven € 4.920, zoals bij veelvoorkomende Amsterdamse zaken met huur- of inkomensverzwijging, leidt vaker tot strafrecht. Vrijwillige melding en terugbetaling via de Amsterdamse fraudebestrijding kunnen leiden tot strafvermindering of sepot.