Uitzonderingen op de bijstand vermogensgrens in Amsterdam: Wat telt niet mee?

In Amsterdam tellen niet al uw bezittingen mee voor de bijstand vermogensgrens. De Wet werk en bijstand (WWB) kent vrijstellingen voor essentiële zaken, die de gemeente Amsterdam toepast met oog op de hoge woonkosten en stedelijke context. In 2024 mag u onbeperkt houden: uw eigen woning (tot WOZ-waarde, cruciaal in een stad met gemiddelde WOZ van €450.000), inboedel tot €12.000 per persoon, kleding, meubels en huishoudelijke apparaten. Een auto tot €3.600 waarde telt niet mee, maar voor werkzoekenden met vervoersbehoefte – denk aan woon-werkverkeer naar Schiphol of Zuidas – geldt €11.500. Studiemiddelen en pensioenopbouw via lijfrente zijn vrijgesteld tot wettelijke limieten. Erfenissen of schenkingen moeten binnen 8 weken gemeld worden aan het Amsterdamse Werk en Inkomen-team, maar kadastraal waardevolle grond voor hobby's zoals een volkstuin in het Amsterdamse Bos kan vrij zijn. Artikel 41 WWB en het Bijstandsbesluit specificeren dit. Vakantiegeld of periodiek inkomen wordt als inkomen gezien, niet als vermogen. De gemeente Amsterdam beoordeelt individueel: medisch noodzakelijke hulpmiddelen zoals een scootmobiel voor mobiliteit in de grachtenstad zijn vaak vrijgesteld, vooral bij doktersverklaring. Bewijs leveren via het digitale portaal van de gemeente is essentieel. Bij overschrijding stopt de uitkering; in Amsterdam leidde dit in 2023 tot strengere controles op vermogensopbouw. Vraag een 'vermogensonderzoek' aan bij uw Werk en Inkomen-consulent voor duidelijkheid. Deze uitzonderingen zorgen dat bijstand in Amsterdam basisbehoeften veiligstelt, rekening houdend met de dure huurmarkt en fietscultuur, zonder alles te ontnemen.