De Rome II-verordening biedt uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 4(1), waarbij normaal het recht van de plaats waar de schade optreedt geldt. Voor letselschade in Amsterdam is artikel 4(2) bijzonder relevant: als zowel dader als slachtoffer gewoonlijk in Amsterdam verblijven, geldt Nederlands recht van de woonplaats van het slachtoffer. Dit is cruciaal voor Amsterdammers die betrokken raken bij lokale fietsongelukken of tramincidenten op drukke routes zoals de Damrak of bij het Centraal Station.
Andere belangrijke uitzonderingen
Artikel 4(3) past toe bij manifest nauwere banden met een ander rechtsstelsel, bijvoorbeeld door familiebanden of gezamenlijk verblijf in Amsterdam. Bij productaansprakelijkheid, zoals defecte e-bikes populair in de stad, geldt artikel 5 met het recht van de plaats waar het product schade veroorzaakt.
Voor milieuschade (artikel 7), denk aan incidenten langs het IJ of in het Amsterdamse havengebied, mag het slachtoffer kiezen tussen het recht van de schadeplaats of de gebeurtenislocatie. Artikel 14 maakt rechtskeuze mogelijk na het incident, schriftelijk en zonder nadeel voor derden.
Praktijkvoorbeeld: Een Amsterdamse fietser uit De Pijp crasht in Rotterdam door een Duitse vrachtwagenchauffeur. Als beiden in Amsterdam wonen, geldt Nederlands recht met hogere smartengeldnormen, gunstig voor slachtoffers in deze fietsstad. Amsterdamse rechters bij de Rechtbank Amsterdam wegen feiten zorgvuldig af bij internationale zaken.
Deze regels voorkomen forum shopping en bieden voorspelbaarheid voor Amsterdammers in grensoverschrijdende letselzaken, vooral met de vele expats en toeristen in de stad.