Terug naar Encyclopedie

Vermogensopbouwperiode bij bijstand in Amsterdam: Hoe lang duurt het?

In Amsterdam biedt de vermogensopbouwperiode tijd om spaargeld te besteden zonder bijstand te verliezen. Voor alleenstaanden 2 maanden, partners 6 maanden volgens Participatiewet Artikel 41.

2 min leestijd
De vermogensopbouwperiode is een belangrijke regel in de Participatiewet (voorheen WWB) die Amsterdammers respijt geeft bij een bijstandsuitkering. Normaal moet uw vermogen onder de vermogensgrens blijven, zoals €7.575 voor alleenstaanden en €15.080 voor samenwonenden in 2024, maar tijdens deze periode mag het hoger zijn. Voor alleenstaanden in Amsterdam geldt een opbouwperiode van 2 maanden (of 4 weken bij heraanvraag), waarin spaargeld, bezittingen of verkoopopbrengsten niet direct meetellen. Dit helpt bij het aflossen van schulden via de Amsterdamse schuldhulpverlening of het betalen van onderhoudskosten in een dure stad als Amsterdam. Artikel 41 lid 2 van de Participatiewet regelt deze uitzondering. Voor gehuwden of samenwonenden is de periode langer: 6 maanden bij een eerste aanvraag. Bij overschrijding wijst de gemeente Amsterdam de aanvraag af of zet de uitkering stop. De Dienst Werk en Inkomen (DWI) toetst streng, dus bewaar altijd bonnetjes en bankafschriften van uitgaven. Voorbeeld: de verkoop van een auto telt als inkomen, tenzij dit binnen de opbouwperiode gebeurt en u kunt aantonen dat het voor noodzakelijke kosten is gebruikt. In Amsterdam, waar de huurprijzen hoog zijn, adviseren experts om tijdig contact op te nemen met uw wijkteam of DWI voor persoonlijk advies. Unieke lokale tip: bij bijzondere omstandigheden zoals ziekte of hoge energiekosten door de energietransitie, vraag een vrijstelling aan via de Amsterdams bijzondere bijstand. Documenteer alle uitgaven zorgvuldig om problemen te voorkomen. Deze regeling zorgt ervoor dat u niet alles hoeft op te maken voordat u bijstand krijgt. Check de actuele regels op amsterdam.nl/participatiewet of bel DWI voor uw specifieke situatie.